De onroerendezaakbelastingen (ozb) vormen de voornaamste inkomstenbron voor de gemeente. Andere belangrijke heffingen zijn de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Uitgangspunt van de laatste twee heffingen is een kostendekkende opbrengst.
In de Begroting 2017 hebben wij u geïnformeerd over het voornemen van de minister van BZK om de precariobelasting voor nutsnetwerken af te schaffen. Daarbij werd in eerste instantie gekozen voor een overgangstermijn van 10 jaar. Het voorstel is inmiddels in de Tweede en Eerste Kamer behandeld. De overgangstermijn is daarbij aangepast van 10 naar 5 jaar. Vanaf 2022 kan dan geen precariobelasting voor nutsnetwerken meer worden opgelegd.
Verder heffen wij nog hondenbelasting, toeristenbelasting, reclamebelasting, leges, lijkbezorgingsrechten en marktgelden.
Overhead
Met ingang van 2017 moeten wij de overhead apart in beeld brengen binnen de begroting. Dit betekent dat ook in de diverse kostenoverzichten overhead nu apart wordt gepresenteerd. In deze programmabegroting is een overheadtarief van € 38 per uur berekend. Dit tarief is de totale personeelskosten (die niet direct aan een taakveld zijn toe te rekenen) plus indirecte lasten (huisvesting, automatisering, facilitaire kosten, etc.) gedeeld door het aantal direct aan een taakveld doorbelaste productieve uren. In de kostenoverzichten van deze paragraaf is geen sprake van een vaste verhouding tussen de totale kosten op het taakveld en de overhead. De overhead berekenen we alleen over het aantal uren dat wordt toegerekend aan de activiteit.