Voor de toetsing van het renterisico heeft de overheid twee instrumenten gedefinieerd, namelijk de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. De kasgeldlimiet geeft aan hoeveel de gemeente kort mag financieren als percentage van de begroting. De toegestane kasgeldlimiet is 8,5% van het begrotingstotaal.
De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. Het renterisico is het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen. De renterisiconorm houdt in, dat de jaarlijks verplichte aflossingen en renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar.
In de volgende overzichten worden de renterisico's op de korte en lange schuld getoetst aan de wettelijke norm uit hoofde van de Wet fido. In 2017 is een langlopende geldlening van € 10 miljoen afgelost. Deze lening is vervolgens weer geherfinancierd door een nieuwe geldlening van € 10 miljoen. In 2018 staan geen grote aflossingen op de planning. Een grote aflossing van € 10 miljoen in 2016 is niet geherfinancierd. Deze liquiditeitsbehoefte is tijdelijk opgevangen door kort geld. Dit hebben we gedaan omdat er uiterlijk eind 2017 een ontvangst van € 13,5 miljoen inzake de opheffing van de GR Bergerden op de planning staat.
In de liquiditeitenplanning blijven ontwikkelingen in de grondexploitaties een rol spelen. Als de verkoop van gronden erg afwijkt van de raming, kan dit er toe leiden dat aanvullende, of minder financiering moet worden aangetrokken. Omdat kort financieren nog steeds goedkoper is dan lang financieren, blijven we maximaal gebruik maken van de mogelijkheid om kort te financieren. In de volgende tabel is in de kolom netto vlottende schuld rekening gehouden met de liquiditeitenplanning en de op te nemen geldlening.
Kasgeldlimiet per 01-01-2018
De kasgeldlimiet bedraagt 8,5% van het totaal van de begroting van het lopende jaar naar de stand van 1 januari. De uitgaven in de programma 1 t/m 9 bedragen € 102.709.652. Dit is inclusief de voorstellen die in de financiële positie zijn opgenomen. Deze voorstellen leiden tot hogere lasten en daarmee tot een hogere kasgeldlimiet. De kasgeldlimiet voor 2018 bedraagt € 8.730.000.
Renterisiconorm en renterisico's van de vaste schuld per 01-01-2018
Het renterisico op de vaste schuld blijft onder de renterisiconorm, zowel in 2018 als gedurende het gehele meerjarenperspectief. Bij het opnemen van nieuwe langlopende geldleningen zal in ieder geval met deze norm rekening worden gehouden. Zodat deze ook in de toekomst niet overschreden zal worden.
Op basis van de huidige inzichten gaan we ervan uit dat in 2018 een of meerdere nieuwe geldleningen tot maximaal € 13,5 miljoen moeten worden aangetrokken. De leningen zijn nodig om de kortlopende schuld te consolideren en investeringen te kunnen betalen. Wanneer we met name in de sfeer van de grondexploitaties meer inkomsten realiseren hebben we minder langlopende geldleningen nodig.
(Bedragen x EUR 1.000) | ||||
Renterisico op vaste schuld | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
1a. Renteherziening op vaste schuld o/g | 0 | 0 | 0 | 0 |
1b. Renteherziening op vaste schuld u/g | 0 | 0 | 0 | 0 |
2. Netto renteherziening op vaste schuld (1a - 1b) | 0 | 0 | 0 | 0 |
3a. Nieuw aangetrokken vaste schuld (o/g) | 13.500 | 4.000 | 3.000 | 0 |
3b. Nieuw verstrekte lange leningen (u/g) | 0 | 0 | 0 | 0 |
4. Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a - 3b) | 13.500 | 4.000 | 3.000 | 0 |
5. Betaalde aflossingen | 2.636 | 3.986 | 3.986 | 3.986 |
6. Herfinanciering (laagste van 4 en 5) | 2.636 | 3.986 | 3.000 | 0 |
7. Renterisico op vaste schuld (2 + 6) | 2.636 | 3.986 | 3.000 | 0 |
Renterisiconorm | ||||
8. Begrotingstotaal per 1 januari | 102.709 | 102.709 | 102.709 | 102.709 |
9. Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage | 20% | 20% | 20% | 20% |
10. Renterisiconorm | 20.542 | 20.542 | 20.542 | 20.542 |
Toets Renterisiconorm | ||||
10. Renterisiconorm | 20.542 | 20.542 | 20.542 | 20.542 |
7. Renterisico op vaste schuld | 2.636 | 3.986 | 3.000 | 0 |
11. Ruimte(+) / Overschrijding(-) (10 - 7) | 17.906 | 16.556 | 17.542 | 20.542 |
De liquiditeitenplanning van augustus 2017 vormt de basis voor de berekening van de verwachte financieringsbehoefte. In deze planning houden we dus rekening met het aantrekken van een of meerdere langlopende geldleningen in 2018 tot maximaal € 13,5 miljoen. Met het aantrekken van deze geldleningen overschrijden we op begrotingsbasis nog steeds de kasgeldlimiet. Omdat de liquiditeitenplanning altijd wat onzekerheden bevat verwachten wij dat dit niet tot problemen zal leiden.
Liquiditeitenplanning
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
Inkomsten | ||||
leningen | 13.653 | 4.150 | 3.146 | 143 |
investeringen | 1.034 | 250 | 400 | 0 |
grondexploitaties | 6.598 | 2.752 | 2.582 | 3.914 |
overig operationeel | 91.848 | 92.291 | 93.160 | 91.308 |
Totaal inkomsten | 113.133 | 99.443 | 99.288 | 95.365 |
Uitgaven | ||||
leningen | 4.907 | 6.146 | 6.031 | 5.919 |
investeringen | 10.982 | 8.795 | 8.890 | 6.728 |
grondexploitaties | 2.096 | 1.644 | 1.659 | 409 |
overig operationeel | 84.535 | 82.989 | 82.665 | 80.791 |
Totaal uitgaven | 102.520 | 99.574 | 99.245 | 93.847 |
Totale cashflows | 10.613 | -131 | 43 | 1.518 |
Saldo rekening courant | -8.922 | -9.053 | -9.010 | -7.492 |
Renteschema
In de paragraaf financiering geven we ook inzicht in de rentelasten externe financiering, het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening. Dat moeten we doen op basis van het BBV. Met onderstaand schema wordt hieraan invulling gegeven.
a. | De externe rentelasten over de korte en lange financiering | 2.438.140 | ||||
b. | De externe rentebaten (idem) | -/- | 234.891 | |||
Saldo rentelasten en rentebaten | 2.203.249 | |||||
c1. | De rente die aan de grondexploitatie moet worden toegerekend | -/- | 555.641 | |||
c2. | De rente van projectfinanciering die aan het desbetreffende taakveld moet worden toegerekend | -/- | 0 | |||
c3. | De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken (=projectfinanciering), die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend | +/+ | 0 | |||
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente | -/- | 555.641 | ||||
d1. | Rente over eigen vermogen | +/+ | 0 | |||
d2. | Rente over voorzieningen | +/+ | 0 | |||
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente | 1.647.608 | |||||
e. | De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) | -/- | 1.451.066 | |||
f. | Renteresultaat op het taakveld Treasury | 196.542 |
Bovenstaande tabel laat bovenaan onder a en b het saldo van de rentelasten van de gemeente Lingewaard minus de rentebaten zien. Vervolgens wordt hier de rente van afgetrokken die moet worden toegerekend aan de grondexploitaties (c1). Wat overblijft is de rente die aan de taakvelden moet worden toegerekend. De toerekening aan de taakvelden gaat door middel van een renteomslagpercentage van 1,5%. Dit is een afgerond percentage op 0,5%. Door deze afronding wordt minder rente toegerekend aan de taakvelden dan we daadwerkelijk betalen. Dit levert een negatief renteresultaat op het taakveld Treasury.